Maakt meten makkelijker
<<< Terug naar Beslissingstabel

Frenchay Arm Test (FAT)

Heller, 1987; Koolstra et al., 2004; KNGF-richtlijn Beroerte, 2014

De FAT inventariseert de functionele arm- en handvaardigheid van de paretische zijde bij cliënten na een CVA of andere neurologische aandoening door middel van 5 opdrachten met het paretische arm.

Categorie

Arm- en handfunctie (CVA)

Doelgroep

FAC 0 of hoger

Doel meetinstrument

  • Inventariseren
  • Evalueren

Type meetinstrument

  • Performancetest

Duur

6 minuten

Protocol FAT

Benodigdheden

Standaard:

  • Pen + Invulformulier op clipbord (pagina 38) )
  • Blad papier
  • 30 cm Liniaal (30 cm) OF Dit A4 blad: 30 cm hoog
  • Stoel OF Rolstoel (armleuning niet noodzakelijk)
  • Tafel
  • Cilinder (1.2 cm doorsnede, 5 cm lang)
  • Glas water (12 gevuld) Wasknijper
  • (Houten) staafje (1cm doorsnede, 15 cm lang) vastgemaakt op vierkante basis (10 cm x 10 cm)

Optioneel:

  • Haarkam / Haarborstel

Ruimte

Een rustige kamer.

Instructies

Voor het meten:

  • Verzamel de nodige materialen.
  • Plaats de cliënt in een (rol)stoel aan tafel met de handen op schoot. (Elke opdracht begint vanuit deze positie)
  • Leg het doel van het meetinstrument (evalueren arm- en handfunctie) uit.

Tijdens het meten:

  • Geef één voor één de instructies. Doe deze indien nodig voor en vraag de cliënt de opdracht enkel met de paretische arm uit te voeren.
  • Observeer de uitvoering.

Na het meten:

  • Bereken de totaalscore en interpreteer deze aan de hand van de maximaal score of vorige resultaten.
  • Plaats de totaalscore op het invulformulier totaalscores (pagina 9).

Scoring

Plaats een X bij elke opdracht die de cliënt volledig kan uitvoeren. Tel vervolgens het aantal aangekruiste “Ja’s” op om de totaalscore (maximaal 5) te berekenen.

Interpretatie

Een hogere score staat voor een betere functionele arm- en handvaardigheid.

Normwaarden

TODO

Invulformulier FAT

  • Cliënt
  • Meetinstrument
(Selecteer de checkbox bij elke opdracht die de cliënt volledig kan uitvoeren.)
Uitganghouding: De cliënt zit in een (rol)stoel aan tafel. 
Ja
1.
Instructie: "Kunt u de liniaal met de aangedane arm stabiliseren en met de pen in de niet-aangedane hand een rechte lijn langs de liniaal trekken?" Gebruik een liniaal, een blad papier en een pen. Leg dit voor de cliënt op tafel neer.
2.
Instructie: "Kunt u met de aangedane hand de rechtopstaande cilinder 30 cm optillen en vervolgens weer neerzetten zonder dat deze valt?" Gebruik een staafje en plaats dit rechtop 15 cm van de tafelrand.
3.
Instructie: "Kunt u met de aangedane hand het glas water optillen, 2 slokken drinken en vervolgens weer neerzetten?" Gebruik een glas water (12 gevuld) en plaats dit 15 cm van de tafelrand. (De cliënt mag niet morsen.)
4.
Instructie: "Kunt u met de aangedane hand de wasknijper van het staafje af halen en vervolgens terugplaatsen?" Gebruik een wasknijper vastgeknepen op een rechtopstaand staafje en plaats dit 15 cm van de tafelrand. (De wasknijper of het staaf je mogen niet vallen.)
5.
Instructie: "Kunt u met de aangedane hand de haren kammen of doen alsof u de haren kamt? Kam achtereenvolgens: dwars over uw hoofd, over de achterkant van uw hoofd naar beneden, langs de zijkant naar beneden en langs de andere zijkant naar beneden." Gebruik een kam of doe alsof de cliënt een kam vastheeft. U mag de kam aangeven.
Aantal malen "Ja" (op 5):